Houd je van watervallen? Ja? Op wat voor manier? Houd je ervan om naar watervallen te kijken? Of houd je ervan om van ze af te springen? Als we aan watervallen denken, denken we aan een krachtig natuurverschijnsel. Liters water die van een metershoog substraat tuimelen. Maar we lopen het risico te vergeten dat de waterval onderdeel is van een rivier. En maar een klein stukje van die rivier. Sommige delen van exact dezelfde rivier stromen misschien langzaam, of stromen helemaal niet.
Is het je wel eens opgevallen dat deze stilstaande delen zelfs onderdeel uit kunnen maken van de waterval zelf? Steenformaties beschutten het snelstromende water. Kleine of grote plassen draaien in cirkels rond, opnieuw en opnieuw. Maar de kleinste verandering in de positie van het water zou volledige zijn staat kunnen veranderen. Het kan erin resulteren dat het water gewelddadig terug de rivier in wordt getrokken, mee stromend met zijn koers.
Ik denk dat wij soms als stilstaand water kunnen zijn. Misschien vinden we de beschutting prettig, waar we ons bevinden. Of misschien zijn we bang voor de snelstromende rivier die minuut na minuut voorbij raast, dag na dag. Vooral wanneer jouw stilstaande water zich bevindt aan de top van de waterval. Stel je eens voor dat je helemaal naar beneden tuimelt. Wie zou dat nou willen?
De grap is, het uitzicht is volledig anders onderaan de waterval. Toeschouwers bewonderen de natuurkracht. Ze genieten van de creatieve vormen die het volhardende water uitsnijdt. Ze houden ervan dat dingen in beweging worden gezet. Wat als… de waterval pure opwinding is? Wat als er niets is om bang voor te zijn? Wat als het tijdelijk een wild gek avontuur zal zijn?
We kunnen ervoor kiezen om in ons stilstaande water te blijven, of om verder te kijken. En als we het aandurven om in beweging gebracht te worden, is er één zekerheid: watervallen zijn geen permanente staat. Ze zijn er enkel en alleen om een verandering in hun omgeving te faciliteren.
