En passant

Terwijl ik mij richtte op Steinbeck, de baviaan die ik volgde, trok iets vanuit mijn ooghoeken mijn aandacht. Tussen de dunne struiken door kwam een steenbokantilope onze kant op. Hij keek me even aan, waarna hij zijn interesse verloor: de bavianen om me heen vonden me niet alarmwaardig, dus leek de anders zo schichtige steenbok ook te concluderen dat ik geen gevaar vormde. De volgende 15 minuten lang scharrelde hij naast ons rond, op zoek naar verse blaadjes in de dorre woestijn. Enkel uitwijkend voor de paar bavianen die hem iets te dicht naderden, vervolgde hij onverstoorbaar langzaam zijn weg, totdat hij uit mijn zicht verdwenen was.